In de begintijd van mijn blog vertelde ik eens dat ik op elk restje kaaslinnen wat ik tegenkwam een tulpje borduurde. Ik was helemaal dol op die tulpjes, die ik ergens in en op een oud Deens boekje had gevonden. Mijn blogje eindigde met “en wat ik er dan mee ga doen weet ik eigenlijk nog niet.”
Die tulpjes zaten al negen jaar in een mand met borduurwerkjes en daar kwamen ze nu weer uit. Ik legde ze voor me neer, keek er eens naar en besloot dat ze allemaal een kader nodig hebben. Dat doe ik vaak, ook bij borduurwerkjes van anderen. Een randje eromheen. Daar knapt elk borduurwerkje van op.
Vroeger – ik kan best wel over ‘vroeger’ praten inmiddels – gaf ik soms een tip door. Met al die tutorials van tegenwoordig ben ik daar allang mee gestopt, want iedereen kan alles elders veel duidelijker uitgelegd krijgen. Maar hier dan nog eens een kleine tip: voor zo’n omheining gebruik ik een extra lange draad, want ik hou niet van aan- en afhechten. Die draad haal ik dan voor de helft door het eerste kruisje; de andere helft blijft nog even hangen, en gebruik ik als de eerste helft opgeborduurd is. Scheelt twee keer aanhechten.
In het kader van ‘hoe ik blog’ ook nog een foto met het bewuste boekje erop (ik heb er nu weer één). Eigenlijk om te laten zien dat dit nog niet ‘mag’ van mezelf (zie hier). Zolang ik nog niet over alle boeken één keer heb geblogd, wil ik nog niet over sommige boeken voor de tweede keer bloggen. Er slipt wel eens wat tussendoor natuurlijk….